Zonevreemde functiewijzigingen in het agrarisch gebied – enkele cijfers
De zonevreemde functiewijziging in het agrarisch gebied blijft bijzonder actueel in de Vlaamse ruimtelijke context. De mogelijkheid om een zonevreemde functiewijziging door te voeren en vervolgens zonevreemde basisrechten toe te passen, zijn enerzijds onderhevig aan (ernstige) kritiek, maar blijken anderzijds ook een maatschappelijke noodzaak (en realiteit) te weerspiegelen.
*****
De aanvragen tot zonevreemde functiewijzigingen in het agrarisch gebied zitten in de lift. Zulke dossiers zorgen vaak voor discussie vanwege het (vermeend) oneigenlijk gebruik van de (agrarische) open ruimte.
De zonevreemde functiewijziging is lang geleden in de regelgeving geïntegreerd als een uitzonderingsbepaling, maar inmiddels is deze een vaste waarde geworden in het vergunningenbeleid. Dit kan aangetoond worden met enkele cijfers:
In de periode 2018 – 2023 werd ongeveer 3.000 ha agrarisch gebied ingenomen ten gevolge van een zonevreemde functiewijziging.
De voorbije twee jaar werd ongeveer 2,2 ha per dag agrarisch gebied ingenomen ten gevolge van een zonevreemde functiewijziging: dit betreft in hoofdzaak de omzetting van bestaande landbouwsites naar zonevreemde (particuliere) woningen. Voormeld cijfer heeft houdt geen rekening met het omliggende weiland van zulke sites.
Het grootste deel van de verleende vergunningen situeert zich in West-Vlaanderen, gevolgd door Oost-Vlaanderen en Antwerpen.
De zonevreemde aanvraagdossiers zitten in stijgende lijn en dit lijkt een gevolg van de maatschappelijke context : heel wat land- en tuinbouwbedrijven zullen de komende jaren worden stopgezet, zonder opvolging binnen de agrarische sector. Dit laatste heeft als gevolg dat een zonevreemde functiewijziging vaak de overgebleven optie blijkt voor de betrokken eigenaars.
Daarnaast is er naar ons aanvoelen ook een zeer groot historisch passief van woningen in het agrarisch gebied waar de landbouwactiviteit (kort) na 1984 is stopgezet, en die (reeds lang) ingezet worden voor particuliere bewoning zonder dat hiervoor reeds een zonevreemde functiewijziging is vergund. Ook dat historisch passief zal nog op de vergunningentafel moeten passeren.
De maatschappelijk realiteit zal er naar ons aanvoelen voor zorgen dat de zonevreemde aanvraagdossiers de komende jaren zullen stijgen en dat het debat dus bijzonder actueel zal blijven. Bovenstaande cijfers bevestigen dat. Wordt ongetwijfeld vervolgd.