Actieprogramma inzake rechtszekere en robuuste vergunningen: goede voornemens voor het nieuwe jaar?
De Gemengde Commissie kreeg van de Vlaamse Regering de opdracht om een advies op te stellen met het oog op meer rechtszekere en robuuste omgevingsvergunningen in Vlaanderen. De aanbevelingen uit het Eindrapport van de Gemengde Commissie werden op 19 december 2025 doorvertaald in een conceptnota “Actieprogramma inzake rechtszekere en robuuste vergunningen”.
*****
Het eindrapport van de Gemengde Commissie bevat 45 adviezen met daarin 140 concrete aanbevelingen. De Gemengde Commissie benadrukte dat een systemische doorvertaling van deze adviezen noodzakelijk is om fundamentele aanpassingen teweeg te brengen in het procedureverloop en om alle in het vergunningentraject betrokken actoren maximaal te responsabiliseren. Met als doel de realisatie van kwaliteitsvolle en gedragen projecten op basis van rechtszekere, robuuste en uitvoerbare vergunningsbeslissingen.
Deze conceptnota “Actieprogramma inzake rechtszekere en robuuste vergunningen” vormt de beleidsmatige en juridische doorvertaling van de adviezen en aanbevelingen van de Gemengde Commissie naar een door de Vlaamse Regering gevalideerd Actieprogramma houdende gerichte maatregelen om de bestaande vergunningsprocedures en de hierop toepasselijke regelgeving te optimaliseren.
De Vlaamse Regering beschouwt de omgevingsvergunning als een essentieel instrument om het beleid van Vlaanderen vorm te geven, zowel op ruimtelijk, economisch, ecologisch als sociaal vlak. Samen met de sectorale regelgeving inzake ruimtelijke ordening en leefmilieu, én in samenhang met de ruimtelijke planning die de bestemming en inrichting van de verschillende delen van ons grondgebied bepaalt, vormt de omgevingsvergunning één van de hoekstenen van het beleid waarmee de overheid de kwaliteit van onze leefomgeving waarborgt en stimuleert. Via dit instrument worden maatschappelijke, ecologische en economische belangen op een transparante en juridisch verantwoorde manier afgewogen.
De conceptnota “Actieprogramma inzake rechtszekere en robuuste vergunningen” is opgebouwd volgens 5 thema’s. Deze worden hierna kort in kaart gebracht.
Thema 1 – Meer rechtszekerheid in de fase die voorafgaat aan de vergunningsaanvraag
Komen aan bod:
Het recht op een laagdrempelig en constructief vooroverleg.
De figuur van de omgevingsmanager als brug tussen partijen maakt zijn intrede. O
Pok wordt ingezet op digitale toegang tot stedenbouwkundige informatie.
Het gebruik van het stedenbouwkundig attest wordt gestimuleerd.
Er komt duidelijkheid over de criteria voor de ontvankelijk- en volledigheid van een aanvraag en de rol van “soft law”.
De normenboeken zullen worden herzien.
Thema 2 - Meer rechtszekerheid bij de behandeling van de vergunningsaanvraag
Komen aan bod:
Oproep om de kwaliteit van de vergunningsbeslissingen te bewaken door een zorgvuldige voorbereiding, onderbouwing en motivering van de vergunningsbeslissing. De bijzondere motiveringsplicht blijft enkel behouden voor aspecten die de legaliteit van de aanvraag betreffen.
De Vlaamse Regering wil de omgevingsvergunningsprocedure efficiënter, oplossingsgerichter en transparanter maken.
Er wordt een “pauzeknop” voorzien in de vergunningsprocedure zodat de vergunningsaanvrager de regie meer zelf in handen heeft.
De Vlaamse Regering zal de kwaliteit en transparantie van de adviesverlening bij de eigen diensten versterken. Daarnaast komt er ook meer duidelijkheid over de juridische status van de verleende adviezen.
Er wordt ingezet op een vereenvoudiging van de geïntegreerde procedure en de zaak van de wegen.
De Vlaamse Regering is van mening dat ook de maatschappelijke relevantie van een project in overweging genomen kunnen worden bij de beoordeling van een aanvraag.
Het beroepsrecht van de Vlaamse leidende ambtenaren onderworpen aan strengere voorwaarden.
Vereenvoudiging voor occasionele evenementen.
De Vlaamse Regering hervormt de omgevingsvergunningsprocedure zodat over een aanvraag in principe maar één openbaar onderzoek bij aanvang van de vergunningsprocedure in eerste aanleg wordt gevoerd. In de administratieve beroepsfase wordt desgevallend een tweede openbaar onderzoek georganiseerd over de ontwerpbeslissing, niet meer over de aanvraag of het beroep zelf. Voor Vlaamse projecten worden twee openbare onderzoeken voorzien: één bij de start van de procedure op basis van de aanvraag, en één op het einde van de procedure op basis van de ontwerpbeslissing.
Bijzondere bewijswaarde voor wetenschappelijke studies/rapporten uitgevoerd door deskundigen.
Slagkrachtige en transparante vergunningverlening, met een focus op:
o Regelmatige update van de lijst van vrijgestelde handelingen.
o Sterk aanvraagdossier (mede door informatiedeling met omgevingsambtenaren).
o Hogere dossiertaksen voor zowel het indienen van een aanvraag als voor het instellen van een administratief beroep.
o Update ICT-infrastructuur.
o Interne opvolging, evaluatie en audits bij de overheidsdiensten die vergunningsdossiers behandelen.
Herformulering van criteria en aandachtspunten inzake de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening (artikel 4.3.1, § 2 van de VCRO). Doel is om interpretatieproblemen uit te sluiten, en meer rechtszekerheid en duidelijkheid te geven.
Thema 3 – Rechtspraak over omgevingsvergunningen die zorgt voor oplossingen
Komen aan bod:
Attentieplicht naar aanleiding van het openbaar onderzoek over de ontwerpbeslissing: zorgt voor een belangrijke responsabilisering van alle betrokken actoren die de vergunningverlenende overheid in staat stelt om (i) tijdig en op basis van alle relevante inspraakreacties een volwaardige beoordeling te maken van een vergunningsaanvraag en (ii) haar vergunningsbeslissing vervolgens optimaal te motiveren.
Onmiddellijke kennisgeving van beroepen bij de RvVb aan de vergunninghouder en de overheid.
Er wordt gesleuteld aan de toegang tot de rechter in milieuzaken alsook aan de belangvereiste. De Vlaamse Regering stelt vast dat het recht op toegang tot de rechter soms misbruikt wordt. Een correcte invulling van de toegang tot de rechter is volgens de Vlaamse Regering nodig om draagvlak voor ons rechtssysteem te behouden, maar ook om snelle en kwalitatieve rechtspraak te kunnen blijven garanderen.
Concreet: De Vlaamse Regering zal het Omgevingsvergunningsdecreet gericht verduidelijken en aanscherpen zodat enkel wie een concreet, actueel en persoonlijk belang kan aantonen nog beroep kan instellen. Wie louter commerciële, strategische of financiële motieven heeft kan de toegang tot de rechter niet langer misbruiken. Tegelijk wordt op internationaal en Europees niveau het debat opgestart over de wijze waarop de regels rond de toegang tot de rechter anno 2025 in de rechtspraak van diverse nationale en internationale rechtscolleges wordt geïnterpreteerd en toegepast om op basis daarvan tot een wijziging, herijking of minstens herinterpretatie van de regels te komen zodat deze bijdragen aan het doel van een snelle, zorgvuldige en kwaliteitsvolle besluitvorming
Geldboete wegens kennelijk onrechtmatig beroep: De Vlaamse Regering zal de bepalingen in de DBRC-regelgeving met betrekking tot de geldboete wegens kennelijk onrechtmatig beroep optimaliseren en harmoniseren zodat deze boete wanneer passend op verzoek van partijen dan wel ambtshalve wordt opgelegd.
Verduidelijking van de vereiste van het belang bij het middel: Wijziging van artikel 35 van DBRC-decreet in die zin dat de bedoelde benadeling aantoonbaar, concreet en persoonlijk moet zijn. Bovendien moet dit belang telkens duidelijk omschreven worden in een verzoekschrift.
De intrekking van een vergunningsbeslissing gedurende een procedure bij de RvVb wordt mogelijk gemaakt.
Oplossingsgerichte rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) en terughoudende toetsing door de RvVb (afbakening toetsingsbevoegdheid).
Meer ruimte voor bemiddeling bij de RvVb.
Thema 4 – De Grondwet en rechtszekere omgevingsvergunningen
Komen aan bod:
Herziening artikel 159 van de Grondwet: De Vlaamse Regering erkent de nood aan meer rechtszekerheid in het vergunningsproces en meent dat de onwettigheid van individuele rechtsverlenende bestuursrechtshandelingen, zoals omgevingsvergunningen, enkel binnen de wettelijke beroepstermijn moeten kunnen worden aangevoerd. Ook bij reglementaire bestuurshandelingen moet het rechtszekerheidsbeginsel volwaardig meegewogen worden naast het wettigheidsbeginsel. Voor de herziening van artikel 159 van de Grondwet liggen actueel 3 voorstellen op tafel. Deze voorstellen zullen worden afgetoetst bij de federale collega’s.
Herziening van artikel 23 van de Grondwet: Artikel 23 van de Grondwet voorziet onder meer in het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu. Dit is uiteraard een belangrijk principe waar we als Vlaamse Regering geen afbreuk aan willen doen. De Vlaamse Regering gaat in overleg met het federale niveau om een oplossing te zoeken voor de strikte toepassing van het standstill-beginsel met betrekking tot het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu uit artikel 23 van de Grondwet.
Thema 5 – Goede regelgeving leidt tot rechtszekere en robuuste vergunningen
Komen aan bod:
Er moet worden gezocht naar een balans tussen duidelijkheid en flexibiliteit in de regelgeving.
Evenwaardige alternatieven als versterking van regeltoepassing. De term “evenwaardig alternatief” geniet de voorkeur boven “afwijking” of “uitzondering”, om negatieve connotaties te vermijden. De Vlaamse Regering voorziet een gerichte en gefaseerde invoering van ‘the right to challenge’ in omgevingsregelgeving waardoor ruimte wordt geboden voor evenwaardige alternatieven.
Verkavelingen: de Vlaamse Regering stelt voor om de verkavelingsvergunningsplicht te schrappen.
Regelmatige update van de lijst van vrijgestelde handelingen.
Toekomstbestendig en modern plansysteem: de Vlaamse Regering beschouwt een duidelijk, evenwichtig en toekomstgericht planningsinstrumentarium als een cruciale bouwsteen voor een rechtszekere en robuuste vergunningspraktijk. Toekomstbestendige, moderne plannen verminderen de nood aan afwijkingen tijdens de vergunningsprocedure. Modernisering en actualisering van deze plannen zullen maar doorgang vinden, indien de procedure hiervoor transparant en soepeler verloopt.
Verouderde BPA’s en RUP’s: De Vlaamse Regering versoepelt de voorwaarden om af te wijken van verouderde bijzondere plannen van aanleg (artikel 4.4.9/1 VCRO) en van de mogelijkheid om verouderde voorschriften te herzien (artikel 7.4.4/1 VCRO).
Bestemmingsneutraliteit als principe in de VCRO: De Vlaamse Regering bevestigt het principe van bestemmingsneutraliteit verder te onderzoeken en te verfijnen.
Gerichte toepassing van het “Agents of Change”-principe: De Vlaamse Regering erkent het potentieel om het “Agents of Change”-principe gericht in te zetten om bestaande en te behouden activiteiten te beschermen bij de ontwikkeling van nieuwe functies.
Vermijden van dubbele vergunningsplichten: De Vlaamse Regering gaat akkoord om overlappingen tussen vergunningsplichten in de VCRO, het decreet integraal handelsvestigingsbeleid, het bosdecreet en het natuurdecreet zoveel mogelijk weg te werken, tenzij uit onderzoek zou blijken dat de verschillende vergunningsplichten best behouden blijven. Afzonderlijke vergunningsplichten worden beter op elkaar afgestemd en een aanvraag van een omgevingsvergunning voor een bepaald project omvat automatisch de verschillende vergunningsplichten.
Hemelwaterverordening: De Vlaamse Regering zal de mogelijkheden voor locatie specifieke oplossingen in de hemelwaterverordening beter kenbaar maken. De lopende herzieningen en actualisaties van het technisch achtergronddocument en de watertoetskaarten worden verder gezet.
VEN-toets, soortentoets en integratie van toetsingsprocedures: De Vlaamse Regering onderneemt de volgende acties: 1) Optimalisatie en afstemming van de verschillende natuurtoetsen en maximale integratie in de milieueffectrapportering; 2) Een uitzondering op de VEN-toets wordt voorzien voor activiteiten die direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een VEN-gebied; 3) De afwijkingsprocedure in het kader van VEN-toets wordt aangepast; 4) Inzake de soortentoets wordt artikel 23 van het Soortenbesluit aangepast om een oplossing te bieden voor het probleem dat voortvloeit uit het arrest RvVb-A-2324-0435 van 24 februari 2024.
Vergunningverlening voor werfgebonden activiteiten: Nieuwe klasse 3-rubriek voor de meeste werfgebonden activiteiten. Dossiersamenstelling wordt beperkt. Een korte en werkbare procedure, wordt ontwikkeld voor het bijstellen van een omgevingsvergunning voor bemalingen en voor het vergunnen van sommige andere tijdelijke werfgebonden activiteiten of handelingen.
De Vlaamse minister van Onderwijs, Werk en Justitie en de Vlaamse Minister van Omgeving en Landbouw worden belast met de verdere uitwerking van deze beleidsvoorstellen en het nemen van de nodige stappen om de maatregelen uit deze conceptnota in decreet- en regelgeving om te zetten.
Een lijvige conceptnota op het einde van 2025: het omgevingsrecht is er altijd, en overal, zonder enige uitzondering.
Goede vooruitzichten voor 2026?
Het is nu afwachten op concrete acties van de Vlaamse Regering om het regelgevend kader te wijzigen.
Enkele van de voorgestelde wijzigen zullen ongetwijfeld ernstig in vraag worden gesteld.